Afdeling: wel rechtsbescherming mogelijk tegen de bestuurlijke waarschuwing. Inzicht in de gevolgen voor de handhavingspraktijk

Afdeling: wel rechtsbescherming mogelijk tegen de bestuurlijke waarschuwing. Inzicht in de gevolgen voor de handhavingspraktijk 1000 565 SarisLaw

In een uitspraak van 2 mei 2018 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat een bestuurlijke waarschuwing een appellabel besluit is indien die is gebaseerd op een wettelijk voorschrift. Daarbij geldt dat die waarschuwing een voorwaarde moet zijn om bij een volgende overtreding een sanctie (boete, last onder dwangsom etc.) te kunnen opleggen. Dat betekent dat degene die met een dergelijke waarschuwing wordt geconfronteerd daartegen met bestuursrechtelijke rechtsmiddelen kan opkomen. Daarmee volgt de Afdeling de conclusie van staatsraad advocaat-generaal Widdershoven waarover wij eerder een blog schreven. In dit blogbericht bespreken wij de gevolgen van deze voor de handhavingspraktijk belangrijke uitspraak.

Gevolgen voor de handhavingspraktijk

Een wettelijke waarschuwing wordt voortaan dus als een appellabel Awb-besluit beschouwd, als die voorwaarde is voor een daarop volgende sanctie (boete, bevel etc.). Dat betekent dat een bedrijf of burger aan wie zo’n waarschuwing wordt gericht daartegen met bestuursrechtelijke rechtsmiddelen kan opkomen. In de uitspraak van 2 mei 2018 ging het om een waarschuwing op grond van de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Omdat bij een volgende overtreding een bevel tot stillegging van het werk kon worden opgelegd, is de waarschuwing een Awb-besluit, volgens de Afdeling.

Zijn alle kansen verkeken als degene die met een wettelijke waarschuwing te maken krijgt daar niet (tijdig) tegen opkomt?

De waarschuwing staat vast indien de belanghebbende daartegen niet (tijdig) opkomt en kan op een later moment, namelijk bij een daarop volgende sanctie, niet meer ter discussie worden gesteld. Wel kunnen feiten en omstandigheden die aanleiding hebben gegeven voor de waarschuwing in de procedure tegen de daarop volgende sanctie ter discussie worden gesteld. Ook daarin volgt de Afdeling de conclusie van de staatsraad A-G. Burgers en bedrijven staan dan ook niet geheel met lege handen als zij eerst opkomen tegen een op de waarschuwing volgende sanctie.

Kan ook tegen niet-wettelijke waarschuwingen worden opgekomen?

Die vraag is in de uitspraak van 2 mei 2018 onbeantwoord gebleven. Het ging daarin namelijk enkel om een wettelijke waarschuwing. Voor niet-wettelijke waarschuwingen – dat wil zeggen: waarschuwingen die op beleidsregels en interne richtsnoeren zijn gebaseerd – denken wij dat onder omstandigheden ook sprake kan zijn van een appellabel besluit. Bijvoorbeeld wanneer het bestuursorgaan middels de waarschuwing invulling geeft aan open normen. Zie hierover ons blogbericht bij de genoemde conclusie van de staatsraad A-G die de nodige handvatten biedt.

Tip voor de praktijk

De ontvanger van een wettelijke waarschuwing die het voorportaal is van een daarop volgende sanctie kan een bezwaarschrift indienen tegen de waarschuwing nu duidelijk is dat dit een appellabel besluit is. Of ook niet-wettelijke waarschuwingen appellabel zijn, staat, zoals gezegd, nog niet vast. Om het zekere voor het onzekere te nemen kan er voor gekozen worden ook tegen dergelijke waarschuwingen op tijd een bezwaarschrift in te dienen.

Datum: juni 2018
ECLI: ECLI:NL:RVS:2018:1449
Auteurs: Christien Saris & Niels Jak