Afdeling bevestigt: de boetenormbedragen in het boetebeleid voor werkgeversverplichtingen van artikel 15 Wet arbeid vreemdelingen zijn onevenredig!

Afdeling bevestigt: de boetenormbedragen in het boetebeleid voor werkgeversverplichtingen van artikel 15 Wet arbeid vreemdelingen zijn onevenredig! 1000 668 SarisLaw

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) heeft in haar uitspraak van 14 december 2016 ook een streep gezet door de boetenormbedragen in het boetebeleid wegens overtreding door werkgevers van artikel 15 Wet arbeid vreemdelingen (Wav). De Afdeling gaat uit van de boetenormbedragen voor werkgeversverplichtingen in artikel 15 Wav zoals die voor de boeteverhoging en dus voor 1 januari 2013 golden. Wat is de les van deze uitspraak voor de boetepraktijk?

Ter discussie: boetenormbedragen werkgeversverplichtingen artikel 15 Wav evenredig?

In deze zaak stond de vraag ter discussie of het Wav-boetebeleid 2014 (oud) van de minister van SZW ook onevenredig is met betrekking tot de op 1 januari 2013 met 50% verhoogde boetenormbedragen die gelden voor administratieve verplichtingen voor werkgevers in artikel 15 Wav. Dit artikel voorziet in een controle- en administratie/bewaarplicht voor werkgevers van afschriften van identiteitsdocumenten van vreemdelingen. Al eerder, in 2015, oordeelde de Afdeling dat de verhoogde boetenormbedragen voor artikel 2 Wav niet redelijk waren.

Antwoord: boetenormbedragen van artikel 15 Wav zijn onevenredig

In navolging van de rechtbank uitspraak oordeelt de Afdeling dat het boetenormbedrag van artikel 15, lid 2, Wav onevenredig is. Gelet op het feit dat artikel 15 Wav ook nog andere overtredingen door werkgevers beboetbaar stelt, geldt deze uitkomst ook voor boetenormbedragen die op die overtredingen zijn gesteld.

Op basis van een grondige analyse van de wetsgeschiedenis waarin de verhoging van de Wav-boetes per 1 januari 2013 is toegelicht, constateert de Afdeling dat de wetgever met de boeteverhoging destijds uitsluitend heeft beoogd om illegale tewerkstelling tegen te gaan. Dit verbod is vastgelegd in artikel 2 Wav. Nu artikel 15 Wav ziet op administratieve verplichtingen voor werkgevers en de minister de noodzaak voor de boeteverhoging voor artikel 15 Wav niet afzonderlijk heeft gemotiveerd, zijn de boetenormbedragen in het Wav-boetebeleid in zoverre niet redelijk. De Afdeling ziet daarin aanleiding de minister te houden aan het oude, voor 1 januari 2013, geldende boetenormbedrag van € 1.500 per overtreding van artikel 15 Wav.

Overigens zijn tot op heden de boetenormbedragen in het Wav-boetebeleid 2016 voor overtreding van de werkgeversverplichtingen van artikel 15 Wav nog niet aangepast. De minister hanteert in lopende boetezaken echter wel de oude boetenormbedragen van artikel 15 Wav als uitgangspunt. Dit betekent voor rechtspersonen een boetenormbedrag van € 1.500 en voor natuurlijke personen een boetenormbedrag van € 750.

Les voor de boetepraktijk

Voor de vraag of een boete in het concrete geval evenredig is, dient eerst te worden nagegaan of het boetebeleid evenredig is. Of dat beleid evenredig is zal, zo laat deze uitspraak zien, afhangen van de toelichting op het beleid of de wetsgeschiedenis. Blijkt uit die toelichting dat een bepaalde omstandigheid niet is voorzien, terwijl daarvoor wel een (maximale) boete wordt opgelegd, dan zijn er goede argumenten voor de stelling dat het beleid (en zoals in dit geval de boetenormbedragen in het beleid) in de concrete situatie niet evenredig is en dus niet tot een evenredige boete leidt. 

Datum: 1 mei 2017
ECLI: ECLI:NL:RVS:2017:3340
Auteurs: Christien Saris & Lisa van der Maden