Op 1 juli 2013 is de Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies geheel in werking getreden (de Wet). De Wet heeft weliswaar een beperkte inhoud maar potentieel grote gevolgen voor ontvangers van rijkssubsidies. De Wet introduceert namelijk een nieuwe sanctie. Wanneer een subsidieontvanger zijn meldingsplicht niet of niet tijdig is nagekomen, kan een (bestuurlijke) boete worden opgelegd. Dat betekent dat een subsidieontvanger naast het wegnemen van onterecht voordeel vanwege (gedeeltelijke) intrekking van de subsidie ook financieel nadeel kan lijden omdat een boete kan worden opgelegd. Subsidieontvangers zijn dan ook gewaarschuwd.
Inhoud Wet
De Wet die tamelijk geruisloos door de Tweede en Eerste Kamer is gegaan, introduceert een aantal bijzondere meldingsplichten. De meldingsplicht geldt voor rijkssubsidies die na 1 januari 2013 door Ministers zijn verstrekt. Het gaat om subsidies in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (artikel 4:21 Awb jo artikel 1 Wet). De Wet verplicht de Minister in kwestie onder meer om in de subsidiebeschikking op te nemen dat de subsidieontvanger verplicht wordt hem schriftelijk op de hoogte te stellen wanneer de activiteiten op de datum waarvoor ze uiterlijk moeten zijn verricht niet zijn uitgevoerd. In het geval het de subsidieontvanger niet lukt om de activiteiten voor de desbetreffende datum af te ronden en hij nalaat dat te melden aan de Minister, dan kan hem een bestuurlijke boete worden opgelegd. Vanaf 1 januari 2014 bedraagt de boete in zo’n situatie maximaal € 20.250. De Wet introduceert daarmee een nieuwe sanctie naast de reeds bestaande sancties in de Awb wanneer subsidieverplichtingen niet of niet tijdig worden nagekomen (zoals de mogelijkheid tot intrekking of wijziging van de subsidie).
Praktijk
Het is nog niet duidelijk hoe de Wet in de praktijk uitwerkt. De Wet werpt nogal wat vragen op waaraan in het wetgevingsproces geen aandacht is besteed. Mag de in het kader van de subsidierelatie verstrekte informatie gebruikt worden voor de boeteoplegging en vice versa? Wordt de eventuele (gedeeltelijke) intrekking of wijziging van de subsidie ook betrokken bij de bepaling van de hoogte van de boete? Wat gebeurt er indien de Minister de meldingsplicht niet (expliciet) in de subsidiebeschikking heeft opgenomen? In elk geval blijft het in sommige gevallen niet alleen bij de hiervoor genoemde sancties maar moet de subsidieontvanger er ook rekening mee houden dat het niet nakomen van zijn meldingsplicht gevolgen kan hebben voor nieuwe subsidieaanvragen. Op grond van het Kaderbesluit BZK-subsidies wordt bijvoorbeeld voorzien in een verplichte registratie (voor de duur van vijf jaar) om misbruik van subsidies voor de toekomst te voorkomen. Daarin wordt onder meer vastgelegd welke subsidieontvanger een boete op grond van de Wet heeft opgelegd gekregen. Indien blijkt dat een subsidieaanvrager in de registratie is opgenomen, dan kan dat leiden tot additionele verplichtingen of zelfs weigering van de subsidie. Niet uit te sluiten valt dat de bestuurlijke boete in de toekomst ook op andere subsidierelaties van toepassing zal worden verklaard.
Datum: 27 december 2013
Auteur: Christien Saris